SV | Maar gij zijt weder omgekeerd, en hebt Mijn Naam ontheiligd, en doen wederkomen, een iegelijk zijn knecht, en een iegelijk zijn maagd, die gij hadt laten vrijgaan naar hun lust; en gij hebt hen ten ondergebracht, om ulieden te wezen tot knechten en tot maagden. |
WLC | וַתָּשֻׁ֙בוּ֙ וַתְּחַלְּל֣וּ אֶת־שְׁמִ֔י וַתָּשִׁ֗בוּ אִ֤ישׁ אֶת־עַבְדֹּו֙ וְאִ֣ישׁ אֶת־שִׁפְחָתֹ֔ו אֲשֶׁר־שִׁלַּחְתֶּ֥ם חָפְשִׁ֖ים לְנַפְשָׁ֑ם וַתִּכְבְּשׁ֣וּ אֹתָ֔ם לִֽהְיֹ֣ות לָכֶ֔ם לַעֲבָדִ֖ים וְלִשְׁפָחֹֽות׃ ס |
Trans. | watāšuḇû watəḥalləlû ’eṯ-šəmî watāšiḇû ’îš ’eṯ-‘aḇədwō wə’îš ’eṯ-šifəḥāṯwō ’ăšer-šillaḥətem ḥāfəšîm lənafəšām watiḵəbəšû ’ōṯām lihəywōṯ lāḵem la‘ăḇāḏîm wəlišəfāḥwōṯ: |
Maar gij zijt weder omgekeerd, en hebt Mijn Naam ontheiligd, en doen wederkomen, een iegelijk zijn knecht, en een iegelijk zijn maagd, die gij hadt laten vrijgaan naar hun lust; en gij hebt hen ten ondergebracht, om ulieden te wezen tot knechten en tot maagden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar gij zijt weder omgekeerd, en hebt Mijn Naam ontheiligd, en doen wederkomen, een iegelijk zijn knecht, en een iegelijk zijn maagd, die gij hadt laten vrijgaan naar hun lust; en gij hebt hen ten ondergebracht, om ulieden te wezen tot knechten en tot maagden.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!